Volkskrant 10 september 2016

God, wat was juffrouw Derksen oud. Ik schatte haar een jaar of 70, misschien wel 80. De directrice van mijn middelbare school stapte gekleed in tweedrok, nylon truitje en vleeskleurige panty’s door het leven. Om het beeld te vervolmaken, frommelde ze de vlassige haren in een knot, had ze een slordig snorretje en droeg ze een bril Geen Gezicht 1954.

Vele jaren later ontdekte ik dat het brave mens indertijd begin 50 was.

Als je jong bent, vind je iemand van 50 oud. En als je zelf 50 bent, voel je je jong. Nou ja, als je niet in de spiegel kijkt natuurlijk, ik bedoel van binnen. Het gekke is alleen dat ik bij die leeftijd nog steeds een ouder iemand voor me zie. Veel ouder in elk geval dan ik ben (59) of denk te zijn.

Lees ik in het plaatselijke krantje ‘vrouw van middelbare leeftijd valt van fiets’ dan stel ik me een grijs dametje voor, wat stijf en tuttig, die ongetwijfeld bij de val haar heup heeft gebroken. Ik denk echt niet aan een van mijn vriendinnen, laat staan aan de jonge meid die ik zelf in mijn hoofd nog ben. Ben je gek, ik race dwars door de stad, negeer verkeerslichten en als het even kan, fiets ik fluitend met losse handen.

Gek is dat toch, dat mijn beeld van middelbare vrouwen voor geen meter klopt met de werkelijkheid. Terwijl ik er toch echt eentje ben.

Senioren zijn nog nooit zo gezond geweest – zowel lichamelijk als geestelijk

Ik ben niet de enige. Marketeers, adverteerders, ondernemers, televisiebazen, hoofdredacteuren, het lijkt wel of de hele wereld 50-plussers verkeerd neerzet. Lees je in de krant een stuk over het verdwijnen van de winkelstraten en dat ‘ouderen’ de enigen zijn die deze straten nog bezoeken, dan zetten ze er een foto bij van zo’n bejaard echtpaar in vormeloze, identieke regenjassen, niet van een leuke, goedgeklede vrouw die met vriendinnen aan het shoppen is. Welnee, ouderen zijn saai en lelijk, denkt de beeldredacteur, hoppa, we halen tante Mien en ome Henk uit het archief. En het stomme is dat ik het nog begrijp ook. Ik denk bij een vijftiger ook eerder aan MS Mode en C&A dan Dries Van Noten en Net-a-Porter.

En toch zijn vijftigers de laatste decennia radicaal veranderd. We zijn net gewone mensen aan het worden. We trouwen, we scheiden, we werken, we beginnen start-ups, we daten, we gaan naar popfestivals. Ik ken zelfs een paar vrouwen die besluiten nog een kind te krijgen. Gewoon omdat het kan, dankzij buitenlandse klinieken waar we eitjes kunnen kopen.

‘Inderdaad, ons leven kan op elke leeftijd veranderen’, twitterde de Franse socioloog Serge Guérin (54) naar aanleiding van een artikel in Femme Actuelle met de kop ‘Help, mijn ouders van 60 gaan scheiden’. Guérin is niet de eerste de beste: hij doceert in Parijs aan L’Inseec, de prestigieuze Grande École de Commerce et de Management en maakte in zijn vorig jaar verschenen boek Silver Génération korte metten met alle clichés die bestaan over senioren. Hij beweert dat we midden in een belangrijke sociale revolutie zitten. Om te beginnen wonen in Frankrijk voor het eerst meer 60-plussers dan mensen onder de 20. Ten tweede worden we ouder dan ooit. En ten derde: senioren zijn nog nooit zo gezond geweest – zowel lichamelijk als geestelijk.

Belachelijk

Soms schaam ik me bijna als ik me tussen jongeren begeef

Het verbijsterende is dat we voorbij lijken te gaan aan deze revolutie. In 2019 is meer dan de helft van de Nederlandse bevolking ouder dan 50, maar in de media draait het nog steeds om jonge mensen. En met mensen bedoel ik vooral vrouwen. Vrouwelijke televisiepresentatoren krijgen een schop onder de kont als ze te veel rimpels krijgen. Libelle, een blad dat voornamelijk wordt gelezen door 50-plusvrouwen,9 heeft als beleid dat er louter ‘gewone’ vrouwen in mogen staan, als het even kan rond de 36, liever niet ouder dan 45. Toen mij een paar jaar geleden werd gevraagd een bundel samen te stellen die de titel 50, NOU EN zou krijgen, kreeg ik als instructie mee dat het woord overgang er niet in mocht voorkomen. De redacteur trok er een vies gezicht bij, alsof het een geslachtsziekte betrof die gepaard gaat met veel groene pus en rode bulten.

Vrouwenbladen, actualiteitenprogramma’s, praatprogramma’s, journaals en reclamemakers, iedereen laat het liefst 40-minners zien. Dat doet pijn als je zelf 50-plus bent, maar het is vooral belachelijk. Het voedt bij mij de gedachte dat dertigers mij oud vinden en dus saai en uitgerangeerd en al helemaal niet hip of aantrekkelijk. Dat maakt onzeker. Soms schaam ik me bijna als ik me tussen jongeren begeef. Dan denk ik: ze zullen me wel een oude muts vinden, en ben ik bang dat ze alleen maar naar mijn rimpels kijken.

Lang leve internet, waar je voor alle niches een plek kunt vinden waar je je thuis voelt, ook als 50-plusser die nog lang niet dood is. Helaas is ook daar de ouderdom doordrenkt met truttigheid en een grauwe schets van die paar waardeloze decennia voorafgaand aan de dood. Voor plusonline.nl en al die andere blogs bestaat ‘genieten’ uit door de duinen fietsen op je elektrische fiets, daarna lekker wegzakken met een puzzelboekje in je Sta Op-stoel, die je vervolgens zo je bed in lanceert. En morgen gezond weer op, want dat is hét moment om je testament te wijzigen voor je geruisloos de pijp uit gaat.

Gouden Genieters

Laat ik mijzelf als voorbeeld nemen voor een typische 50-plusvrouw

Ik maak me daar druk over. Zo druk, dat ik een website (saarmagazine.nl) ben begonnen voor 50-plusvrouwen die midden in het leven staan. We gaan schrijven over alle pijnlijke, hippe, grappige, dramatische en hilarische kanten van het ouder worden.

Laat ik mijzelf als voorbeeld nemen voor een typische 50-plusvrouw. Ja, ik ben in de overgang maar dat heeft, ik zweer het je, niets te maken met rode bulten. Acht jaar geleden ben ik gescheiden, zes jaar geleden werd ik verliefd op de man met wie ik nu getrouwd ben. Ik werk me het apelazarus omdat ik de helft van onze hypotheek moet betalen, graag en veel in restaurants eet en als zzp’er zoet moet sparen voor mijn pensioen. Gelukkig maar dat ik het leukste werk van de wereld heb, dat is een hele troost als ik achter mijn computer kruip. Ik koop me suf aan mooie kleren, vind het verschrikkelijk dat mijn rug rechtstreeks in mijn kont verdwijnt vanwege gebrek aan taille, en ben naarstig op zoek naar die ene crème die me verlost van mijn rimpels. Gisteravond heeft mijn man me nog weg moeten sleuren van een feestje omdat ik een ietsjepietsje te veel whisky had gedronken en dreigde van mijn hakken te vallen.

Toch is er wel iets aan het veranderen in het denken over onze groep, want we hebben geld en meer dan genoeg energie om dat uit te geven. Een beetje marketeer weet: de schrijver behoort tot de Zilveren Werkenden. Ons soort mensen is in 2012 in een studie van de Rabobank opgedeeld in drie groepen: Gouden Genieters, Zilveren Werkenden en Bronzen Senioren. Gouden Genieters – de helft van de 50-plussers, bijna drie miljoen – zijn degenen die niet meer werken, hun hypotheek geheel of gedeeltelijk hebben afgelost en een goed pensioen hebben opgebouwd. Kortom, de mensen die groepsgewijs met een caravan door Europa trekken. Tweeduizend kilometer door China fietsen. Een nieuw bedrijf beginnen omdat ze het werken niet kunnen laten. Koopverslaafd door de stad trekken. Fillers laten inspuiten. Op de kleinkinderen passen. Met vriendinnen naar Lissabon, Ibiza en Curaçao gaan. Tinderen tot ze scheel zien. Een interessante groep zou je denken: de helft van alle consumentenuitgaven wordt gedaan door mensen van boven de 50. Maar adverteerders laten ze links liggen. Die denken nog steeds dat wij een lik Nivea op het gezicht smeren en rondrijden in een Opel Kadett.

Zilveren Werkenden en Bronzen Senioren

Ik ben dan wel 59, maar nog lang niet dood

Na de Gouden Genieters komt de tweede groep: de Zilveren Werkenden. Dik twee miljoen 50-plussers die meer dan twaalf uur per week werken en een redelijk inkomen hebben. Ik ken ze: veel vriendinnen en collega’s zijn Zilveren Werkenden. Vrouwen die door het leven rennen, in paniek raken als ze hun smartphone kwijt zijn, tot hun ontsteltenis krakende knieën krijgen, kunnen gillen van de lach, voor krakkemikkige ouders zorgen, opgelucht hun kinderen uitzwaaien, zich opmaken voor een nieuwe man of carrière.

En dan zijn er nog de Bronzen Senioren.Vanuit marketingoogpunt de minst interessante groep, omdat ze niet meer werken of dat nooit hebben gedaan, weinig geld hebben en veruit in de minderheid zijn: we tellen er zo’n 0,7 miljoen.

Hoe jaloers ik ook ben op de Gouden Genieters – ik zou hele dagen op een tropisch strand boeken lezen, mojito’s drinken, Netflix kijken en ’s avonds karaoken – ik ben voorlopig nog een Zilveren Werkende. En dat vind ik niet erg. Ik ben dan wel 59, maar nog lang niet dood. Over twintig jaar koop ik ongetwijfeld een Sta Op-stoel, maar laat mij tot die tijd maar schuiven.